194 18 MAART 1930. „lager onderwijs, Leuvenaarstraat 178 alhier, staande onder „het bestuur van het Genootschap tot Opvoeding waarvan „de zetel gevestigd is te Roosendaal, is, evenals vorige jaren, „een verzoek ingekomen om toekenning der bijdrage be- „doeld in art. 25 sub 1 van het K- B. van 22 October 1923 „(Staatsblad no. 489). „Eenzelfde verzoek is ingekomen van het bestuur der St. „Janschool voor buitengewoon lager onderwijs, Weerijssin- „gel alhier, staande onder het bestuur van de Opvoeding en Onderwijsstichting „St. Marie" te Huijbergen. „Waar uit de overgelegde bescheiden blijkt, dat het Ge nootschap, dat de St. Rosaschool en de Stichting, welke de „St. Janschool in stand houdt, rechtspersoonlijkheid bezitten „en in aanmerking komen voor de rijksbijdrage, bedoeld „in art. 4 van het voornoemd I<. B., voldoen de schoolbe sturen aan de voorwaarden om aanspraak te maken op de „gemeentelijke bijdrage. „Deze bijdrage bestaat uit eene tegemoetkoming in de kos- „ten van materieele exploitatie en is door Uwen Raad in „zijne vergadering van den 29 Februari 1928 voor de St. „Rosaschool vastgesteld op f 30, per Bredaschen leerling „en op f 20,per buitenleerling (zie gedrukte notulen 1928, „bldz. 186 e.v.). „Ingevolge art. 5 lid 3 der L. O.-wet 1920 moet de ge beente, indien zij uitgaven doet ten behoeve van het bui tengewoon lager bijzonder onderwijs, de onderscheidene „scholen van dezelfde soort binnen de gemeente op gelijken „voet behandelen. Op grond van deze bepaling dient aan „het bestuur der St. Janschool eveneens een bedrag van „f 30,- per Bredaschen leerling en van f 20,per buiten- teerling te worden vergoed. „De bijdrage wordt berekend naar het gemiddeld aantal „leerlingen over het jaar voorafgaande aan dat waarvoor „de bijdrage strekt, i.e. over het jaar 1929. „Het gemiddeld aantal leerlingen bedroeg over dat jaar „aan de St. Rosaschool 101 i/a, waarvan 83 uit deze gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 194