196 18 MAART 1930. „Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de behoefte „aan electrischen stroom voor het nemen van natuurkundige „proeven niet kan ontbeerd worden, zoodat het aanbrengen „van een viertal stopcontacten noodzakelijk wordt geacht. „Vervanging van de bestaande gasverlichting door ,eene „electrischie verlichting wordt door ons niet noodig geacht. „De bestaande gasverlichting is niet onvoldoende. „Neemt men verder in aanmerking, dat in de schelen slechts „korten tijd van kunstlicht moet worden gebruik gemaakt „(van half November tot half Februari), waaronder dan nog „de Kerstvacantie valt, terwijl bovendien in andere scholen „evenmin electrische verlichting is aangebracht, dan lijkt het „ons niet wel toelaatbaar en de normale eischen van net on derwijs te boven gaand, indien de aanvrage op dit punt „werd ingewilligd. „De aanwezigheid van een kachel voor verwarming en „drooghouden van de spreekkamer is inderdaad noodzakelijk. „Alleen komt ons de opgegeven prijs van f 156,veel te „hoog voor. Wij meenen, dat voor f 76,eene behoorlijke „kachel met toebehooren, die in de noodige behoefte kan „voorzien, te verkrijgen is. „In verband met het vorenstaande hebben wij mitsdien de eer „Uw Raad in overweging te geven, aan het schoolbestuur „toe te staan en daarvoor de noodige gelden beschikbaar „te stellen voor: „a. den aanleg van een viertal stopcontacten voor het ver dichten van natuurkundige proeven; en „b. de aanschaffing van een kachel met toebehooren ten „behoeve van de sp e_kkamer tot eea maximum bedrag „van f 75, „Verder stellen wij U voor, af te wijzen de aanvrage van „het schoolbestuur om gelden beschikbaar te stellen voor „vervanging van de gasverlichting door electrische verlich ting, op grond, dat de daarmede gepaard gaande uitgaven „niet noodzakelijk worden geacht."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 196