202
18 MAART 1930.
hun diploma ontvangen, alsmede de wensch om aan alle
diploma-bezitters die vergoeding te geven. Doch mijne mee
ning in deze is, dat toen er indertijd is besloten, vergoeding
voor die diploma's te geven, voor benoeming bij het- politie
corps niet de eisch zal gegolden hebben, dat men in het
bezit moest zijn van het vak-diploma, en toen dit later wen-
schelijk bleek, is als aanmoediging voor het verkrijgen van
het diploma die vergoeding ingevoerd. Het is mijns inziens
goed gezien om aan hen, die deze vergoeding eenmaal heb
ben, haar ook te laten behouden, terwijl zij, die vanaf 1925
in het corps zijn opgenomen en aan wie daarvoor de eisch
werd gesteld, dat zij in het bezit moesten zijn van het diplo
ma, nu bezwaarlijk op die vergoeding aanspraak kunnen
maken.
Redenen waarom het toekennen van een toelage voor het
bezit van het diploma mijns inziens niet voldoende gemo
tiveerd is.
De heer KROONE wil het denkbeeld van den heer Van
der Ven in overweging nemen.
De VOORZITTER gelooft niet, dat het consequent en
juist zou zijn voor het diploma met aanteekening een ver
goeding toe te kennen. De een studeert gemakkelijker dan
de ander, terwijl het hier het zelfde diploma betreft.
De heer VAN DER VEN meent, dat voor het diploma
met aanteekening meer studie en wetskennis gevorderd wordt.
De heer VAN VEEN zegt, dat, als men het polit'.e-personeel
een vergoeding gaat toekennen voor het bezit van het vak
diploma, men het ook aan alle ambtenaren en werklieden
moet geven.