18 MAART 1930.
205
c. dat op de overblijvende open ruimte niets worde ge
bouwd of opgericht
d. dat, ter voldoening aan artikel 5 der Woningwet, de
vereischte teekeningen, ingericht vo'gens artikel 105
der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethou
ders ter goedkeuring worden aangeboden
e. dat, wanneer binnen 3 maanden na de dagteeke-
ning van dit besluit van de verleende ontheffing geen
gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn
verleend
en onder bepaling, dat bij niet-voldoen aan één dezer
voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt.
50. Gunstig prae-advies van Burgemeester en Wethouders,
op het adres van de N. V. Bouwstoffenfabriek v/h
H. W. d e Kan ter, verzoekende ontheffing van art. 15 der
Bouwverordening voor het bouwen van een steenen loods
op een terrein aan de Oede van Hoornestraat no. 1, kada
straal bekend Sectie A no. 6213, en in verband daarmede
afwijking van het raadsbesluit van 22 Februari 1924, sub
De heer VAN VEEN zegt het volgende:
Ik kan mij met dit gunstig prae-advies niet vereenigejn.
Er staan aan de Ernst Casimierstraat een rij betrekkelijk
nieuwe arbeiderswoningen, waarvan de tuintjes grenzen aan
het binnenterrein van den adressant. Die tuintjes zijn slechts
ongeveer 5 M. diep en, als deze ontheffing wordt verleend,
dan zullen zij juist op de zijde van den morgenzon worden
begrensd door een muur van 3.50 M. hoogte.
De toevoer van licht zal dus ernstig worden geschaad.
Ik zou mij met het bouwen van loodsen op het terrein van
adressant wèl kunnen vereenigen, indien de muur 5 M. verder
uit de grensscheiding wordt geplaatst en bijzonder voor
schriften worden gegeven, opdat de bewoners van de door
mij genoemde woningen aan de Ernst Casimierstraat geen