206
18 MAART 1930.
hinder zullen ondervinden van steenstof, kalkstof en derge
lijke. Eene oplossing in dezen zin lijkt mij bij eene andeite
rangschikking der geprojecteerde loodsen zeer wel mogelijk.
De heer VAN MIERLO merkt op, dat ieder raadslid wel
een afwijkende meening kan hebben. Hoofdzaak is, dat de
Gezondheidscommissie geen bezwaar heeft tegen het ver-
leenen van de gevraagde ontheffing en afwijking. Spr. is
daarom van oordeel, dat men een en ander behoort te ver
kenen.
De heer VAN VEEN vindt de opmerking van den heer
Van M i e r 1 o misplaatst. Was zij juist, dan konden de
raadsleden wel wegblijven.
Ook Spr. wil gaarne dezen adressant zooveel mogelijk ter
wille zijn, maar als hij meent een oplossing te zien, waar
mede beider belang gediend is, dan zal hij deze vrijelijk
kenbaar maken.
De heer VAN MIEREO zegt, dat, als de Secretaris van
de Gezondheidscommissie, die als voorzitter van de N. V.
Volkshuisvesting er belang bij heeft dat de door den
heer Van Veen bedoelde arbeiderswoningen aan de
Ernst Casimierstraat niet in het gedrang komen, geen bezwaar
heeft tegen de inwilliging van het verzoek, het heusch niet
zoo erg zal zijn als de heer Van Veen het voorstelt. Spr.
heeft er evenwel geen bezwaar tegen de verdere behandeling
van dit punt in verband met diens opmerkingen aan te
houden.
Daarop wordt besloten de verdere behandeling
van dit punt aan te houden tot een volgende ver
gadering.
51. Gunstig prae-advies van Burgemeester en Wethouders,