24 APRIL 1930. 241 a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel; b. dat de uitbreiding, zijnde parterre winkel, le verdie ping showroom en 2e verdieping showroom en ma gazijn voor smederij, niet van bestemming veranderen en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worden ingericht of gebruikt; c. dat op de overblijvende open ruimte niets worde ge bouwd of opgericht; d. dat, ter voldoening aan artikel 5 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worden aangeboden e. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen ge bruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn ver leend en onder bepaling, dat bij niet-voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt. 9. Adres van M. Koperberg, verzoekende afwijking van de voorwaarde sub b van het raadsbesluit van 25 No vember 1924, waarbij ontheffing is verleend van art. 15 der Bouwverordening ten behoeve van de bebouwing van het perceel Delpratsingel no. 21, met gunstig prae-advies van Burgemeester en Wethouders. Zonder eenige bedenking wordt besloten, adres sant de gevraagde afwijking toe te staan onder de navolgende voorwaarden a. dat, wanneer de bebouwing volgens het thans ingediende plan is tot stand gekomen, verder op het terrein niets meer wordt gebouwd, of opgericht;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 241