24 APRIL 1930. 243 en onder bepaling, dat bij niet-voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing en intrekking vervalt. 11. Adres van de N. V. Automobiel-Maatschappij J. Ver meulen Co., verzoekende ontheffing van art. i5 der Bouwverordening ten behoeve van het overdekken van de open ruimte achter de garage op het perceel aan het Van Coothplein no. 14. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. i ;D.c heer VAN VEEN wijst er op, dat adressant niet .de eigenaar van het perceel in kwestie is. Zonder verdere opmerkingen wordt besloten, het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 12. Adres van O. Leeman, verzoekende een standplaats te mogen innemen op het Stationsplein voor den verkoop van roomijs. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening, wijl het hier het verkenen van een standplaats betreft. De heer VAN VEEN, zou het op prijs stellen, de meening te leeren kennen van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst over de vraag, of het uit een hygiënisch oogpunt wel gewenscht is om het gebruik van z.g. roomijs te bevorderen. De VOORZITTER wijst er den heer Van Veen op,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 243