244
24 APRIL 1930.
dat het roomijs staat onder regelmatige controle van de zijde
van den Warenkeuringsdienst. Wanneer het dus voldoet aan
de eischen, welke die dienst daaraan stelt, kan er geen bezwaar
tegen zijn ermede te laten venten.
De heer VAN VEEN zegt, dat het hem wel bekend \is,
dat de Warenkeuringsdienst een waakzaam oog houdt op
de hoedanigheid van het roomijs. Het gaat voor hem echter
over de vraag, of het gebruik vooral het eenigszins ruim
gebruik van een artikel met een temperatuur van om ende
bjj nul graden uit een hygiënisch oogpunt niet is te ontraden.
Het zou z.i. geen kwaad kunnen, als de G. G. D. hierover
eens zijn zienswijze mededeelde.
De VOORZITTER zegt, dat men dan met evenveel recht
de karren met fruit zou kunnen gaan weren. Men zal goed
doen met het oordeel over het individueel gebruik van der
gelijke artikelen aan de medici der belanghebbenden over
te laten.
Dc lieer VAN VEEN vindt deze kwestie van zooveel ge
wicht, dat hij het hoog noodig acht, dat de G. G. D. zich'
daarmede eens bemoeit. Burgemeester en Wethouders kunnen
dan aan de hand van dit advies overwegen, of zij wel zullen
voortgaan met vergunning te verleeenen voor het innemen
van standplaatsen met z.g. roomijswagentjes.
Zonder verdere onmerkingen wordt besloten,
voormeld adres te stellen in handen van Burge
meester en Wethouders ter afdoening.
13. Adres van D. van Woerkom, verzoekende wijzi
ging of wegneming van het rozenperk op het Stationsplein.
14. Adres van J. de Breij, Nonnenveld 16, verzoekende