b. dat op de overblijvende open ruimte, niets worde gebouwd of opgericht; d. dat in het dak van het atelier een lantaarn wordt gemaakt met een lichtoppervlakte van ten minste 2 M2. f. dat, wanneer binnen vier maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen ge bruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn ver leend 24 APRIL 1930. 249 bouwen van een klein gedeelte van de open plaats aan de achterzijde van het pand Karrestraat no. 17. Zonder eenige bedenking wordt besloten adressante de gevraagde ontheffing te verleenen, onder de navolgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel c. dat lokalen om de open plaats gelegen nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worden ingericht of gebruikt; e. dat, ter voldoening aan artikel 5 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worden aangeboden; en onder bepaling, dat bij niet-voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt. 25. Gunstig prae-advies van Burgemeester en Wethou ders, op het adres- van J. M. Pinxteren, verzoekende ontheffing van art. 15 der Bouwverordening voor het bouweni van een koffiehuis op het perceel, gelegen op den hoek van de Ridderstraat en de Halstraat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 249