24 APRIL 1930.
255
a. dat de achterste zes Meter der garage niet hooger wor
den opgetrokken dan 4 Meter, in verband met sub 2e
der uitzonderingsbepalingen van artikel 15 der Bouw
verordening, waarvoor geen opheffing mogelijk is;
b. dat geen verandering wordt gebracht in de grenzen
van het perceel;
c. dat op de overblijvende open ruimte niets wordt ge
bouwd of opgericht;
d. dat de te bouwen garage niet van bestemming veran-
dere en nimmer geheel of'gedeeltelijk als woning worde
ingericht of gebruikt;
e. dat, ter voldoening aan artikel 5 der Woningwet, de
vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105
der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders
ter goedkeuring worden aangeboden;
dat, wanneer binnen 9 maanden na de dagteekening
van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik
is gemaakt, deze geacht'wordt niet te zijn verleend;
en onder bepaling, dat bij niet-voldoen aan één dezer
voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt.
49. Gunstig prae-advies van Burgemeester en Wethou
ders, op het adres van de firma Vroom en Dreesmann,
verzoekende ontheffing van art. 15 der Bouwverordening en
intrekking van de voorwaarden sub a en b van het raads*-
besluit van 24 Augustus 1927, voor het bouwen van maga
zijnen op het perceel Nieuwstraat no. 9 en op een terrein
achter de panden Nieuwstraat nos. 5, 7 en 9, behoorende
bij het perceel Eindstraat no. 18.
Zonder eenige bedenking wordt besloten, adres
sante de gevraagde ontheffing te verleenen, onder
de navolgende voorwaarden;