24 APRIL 1930.
275
„van f 1158,31 Va in 1928 tot f 620,841/a in 1929. Aangaande
„de laatstgenoemde dient opgemerkt, dat ze voor 1929
„f 600,voorschot ontving, terwijl de andere niets ontving
„uit de gemeentekas.
„Werden voortaan dezelfde subsidies toegekend als over
„1928, dan zou, blijkens berekening volgens de ingezonden
„verslagen en begrootingen, waarschijnlijk in 1931 voor een
„tekort komen te staan de Vereeniging voor Breda en om
streken. De R. K- Vereeniging houdt dan nog een flink
„batig slot.
„Wij hebben de eer U voor te stellenaan beide vereeni-
„gingen over 1929 een subsidie toe te kennen van f 930,
„zijnde het bedrag dat de R K. Vereeniging ontving over
„1928 en op de subsidieverzoeken over 1930 te beschikken,
„wanneer de rekeningen over dat jaar van die vereenigingen
„zijn verschenen."
De heer VAN DE VEN wil gaarne medewerken aan de
subsidieering van beide vereenigingen, maar acht een anderen
maatstaf wenschelijk, alhoewel hij zelf erkent, dat het moeilijk
is een juiste maatstaf daarvoor te bepalen. Verleden jaar
hebben Burgemeester en Wethouders gezegd„Er worden
„door beide vereenigingen batige saldi gevormd, dus stellen
„wij voor, niet zooveel subsidie te verleenen als tot dusver".
Dientengevolge werd aan de R. K- Vereeniging f 930,en
aan de neutrale Vereeniging f 600,toegekend. 'Nu die
batige saldi zijn teruggeloopen, stellen zij voor, beide ver
eenigingen een zelfde bedrag uit te keeren. Dit nu vindt
Spr. niet billijk, omdat de neutrale Vereeniging niet zooveel
presteert als de Katholieke. Hij geeft daarom in overweging,
voortaan bij de vaststelling der subsidiebedragen rekening
te houden met hetgeen in het afgeloopen jaar door die ver
eenigingen is gepresteerd.
De heer VAN VEEN zegt het volgende:
Als men het voorschot over 1929, groot f 600,buiten
