278
24 APRIL 1930.
Die heer GRUIJS zegt, dat het batig slot van de neutrale
Vereeniging is ontstaan uit de opbrengst van een fancy-fair;
het potje was dus gevormd uit extra-ontvangsten, niet uit
te veel ontvangen subsidie. Dat dit inderdaad zoo is, blijkt
uit het feit, dat die Vereeniging om het hoofd boven water
te houden nu wederom een beroep moet doen op den lief-
cladigheidszin der Bredasc'ne bevolking.
De VOORZITTER merkt op, dat de rekening de uitgaven
m.a.w. de prestaties aantoont. Deze vormen dus nu reeds
het uitgangspunt bij het bepalen van het subsidiebedrag.
De heer G r u ij s wil allen financieelen steun van de zijde
der gemeente laten komen. Burgemeester en Wethouders
zijn evenwel van oordeel, dat men dat niet moet bevorderen
en den particulieren liefdadigheidszin niet moet ondermijnen,
anders gaat de zorgzame ziel uit de Vereeniging.
De heer GRUIJS wijst op het verschil in levensbeschou
wing tusschen hem en den Voorzitter; deze wil in de eerste
plaats: particuliere liefdadigheid, vooral in vereeniging, ter
wijl Spr. dit juist niet wil.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con
form het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten.
34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe
kenning eener gratificatie ad f 50, wegens buitengewone
werkzaamheden aan den technischen ambtenaar 2e klasse
bij de Licht- en Waterbedrijven W. Lenderink.
t»
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.