24 APRIL 1930. 287 De VOORZITTER zegt, dat men bij de beoordeeling van deze zaak moet uitgaan van hetgeen destijds met adressant overeengekomen is. Men moet dit geval op zich zelf be schouwen en naar de omstandigheden van het oogenblik. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con form het prae-advies van Burgemeester en Wet houders besloten. 44. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van de verordening op het gebruik van het Openbaar Slachthuis. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver laging van den electriciteitsprijs voor lichtverbruik, luidende als volgt: „In verband met de over 1929 gemaakte winst door het „G. E. B. hebben wij de eer U voor te stellen den stroom- „prijs voor licht van 27 cent per K- W. U. terug te brengen „op 25 cent per K. W. U. en zulks met ingang van de meter- opneming over de maand Mei 1930. „Ofschoon naar schatting hierdoor over 1930 f18000,— „minder zal ontvangen worden, is het te verwachten, dat „de geraamde winst over dat dienstjaar ad f 141.168,68 toch „wel zal bereikt worden. „De commissie voor de licht- en waterbedrijven heeft zich „bereids met dit voorstel vereenigd." Den heer VAN HOUTEN doet het genoegen, dat Bur* gemeester en Wethouders hun bij de behandeling der be- grooting van het Electriciteitsbedrijf voor 1930 gedane be lofte hebben ingelost. Spr. wil alleen even opmerken, dat,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 287