28 29 JANUARI 1930. speciale geval willen doen. Spr. zal dan ook tegen het prae- advies stemmen. De heei GRUIJS ziet ook geen enkele reden om het verzoek van adressant uit een oogpunt van welstand te weigeren. Tengevolge van de voorgenomen verbouwing zullen er in den voorgevel niet eens twee deuren vlak naast elkander komen, iets wat uit een aesthetisch oogpunt bezien nog eenig bezwaar zou kunnen opleveren. Tegen de ver bouwing van deze woning in een beneden- en een bovenhuis kan zijns inziens ook geen bezwaar bestaan; twee huizen voorbij het pand in kwestie is ook een heerenhuis verbouwd in boven- en benedenwoningen. Spr. begrijpt niet waarom men aaressant nu datgene weigert, waarvoor men vroeger wèl vergunning heeft gegeven. De heer VAN MI'ERLO zegt, dat, hoewel dit pand niet op de monumentenlijst staat, Burgemeester en Wethouders toch bezwaar hebben tegen het vertimmeren van een regel matig en behoorlijk gebouwd heerenhuis in een beneden- en bovenhuis. Zij zouden er geen bezwaar tegen hebben, wan neer het benedengedeelte tot een mooi winkelhuis werd omgebouwd, maar een beneden- en bovenwoning achten zij niet in overeenstemming met de „standing" van de Nieuwe Oinnekenstraat, welke meer en meer een winkelstraat wordt. De heer Van Veen, die het zoo'n verbetering vindt, dat er bi] uitvoering van het plan van adressant twee wo ningen in plaats van één zullen komen, zou het, in die lijn doorgeredeneerd, misschien ook beter vinden als in het kapitale pand op den hoek van de Nieuwe Oinnekenstraat en de Oodevaert Montensstraat niet de Raad van Arbeid zijn intrek nam, maar daarvan een tiental woningen waren gemaakt. Spr. wijst op de verklaring van adressant, dat de reeds toegestane verbouwing doeltreffend is, en verklaart niet te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 28