24 APRIL 1930.
291
kosten van f 4400,Het tweede plan beoogde het maken
van een brug voor rij- en voetverkeer, rijwegbreedte 4.5 M.
en trottoirs 1.5 M. en begroot op f 9300,terwijl thans
voor ons ligt éen voorstel van ruimer en doelmatiger strekking,
de rijwegbreedte bedraagt nu 5 M. en de trottoirs 2 M.
Daar dit voorstel zooveel kostbaarder is geworden dan
het aanvankelijke plan, komt het mij zeker gewenscht voor,
dat de brug niet zal zijn van tijdelijken, maar van blijvenden
aard, eenerzijds omdat die dan als reserve kan dienen voor
de later te bouwen groote brug, anderzijds omdat de nu
te bouwen brug juist gelegen is in een volkrijke buurt en
dus niet alleen nu, maar ook later uitstekend diensten zal
kunnen bewijzen, doordat men geen omweg zal behoeven
te maken, gaande van de Balfortstraat door de Oodevaert
Montensstraat naar de stad en omgekeerd, waardoor de be
woners van bovengenoemde straten zeker zullen zijn gebaat.
De heer VAN VEEN merkt op, dat hetgeen Burgemeester
en Wethouders in den aanhef van hun voorstel zeggen,
namelijk dat zij tengevolge van het enkele malen in den!
Raad geuite verlangen de eer hebben dat college een plan
voor een brug over den Marksingel tegenover de Oodevaert
Montensstraat aan te bieden, maar gedeeltelijk juist is, omdat
dit werk door den Raad onder volgnummer 854 sub z van
den Kapitaaldienst op de begrooting voor 1930 is gebracht
en dus behoort te worden uitgevoerd, tenzij dit om finan-
cieele of technische redenen niet mogelijk is. Stelt men dit
niet voorop, dan zou men de discussies kunnen gaan her
openen over de vraag, welke brug meer noodig is en dus
den voorrang verdient: deze brug, een brug over den Tram-
singel bij de Lunetstraat of een brug over de Lei in de Korte
Ploegstraat enz. Spr. zal zich natuurlijk van zoodanige dis
cussies, gezien het schema der begrooting, onthouden en
zich beperken tot de verklaring, dat hij dit werk bepaald
gewenscht acht.
Vervolgens wenscht Spr. de Bouwcommissie geluk, omdat