Rondvraag.
24 APRIL 1930.
297
52. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver
koop van een perceel grond, gelegen aan de Speelhuislaan
hoek Merelstraat, groot 390 M2., aan P. J. Mol, tegen
den prijs van f 9,per M2.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
53. Schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord
brabant, d.d. 16 April 1930, G. no. 226, geleidende een
afschrift van het Koninklijk Besluit van 2 April j.l. no. 8,
waarbij is beslist op het beroep, door den Gemeenteraad van
Princenhage ingesteld tegen hun besluit van 6 Februari 1929,
G. no. 351. tot vaststelling van het bedrag der schadeloos
stelling, door de gemeente Breda aan de ^gemeente Prin
cenhage te betalen op grond van art. 2, alinea 4, der wet
van 21 April 1927, Stbl. no. 87 (Grensuitbreidingswet).
De VOORZITTF1R stelt voor, dit stuk voor kennisgeving
aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
1. De heer VAN VEEN zegt, dat het nu al geruimen
tijd is geleden, dat de Raad zijn goedkeuring hechtte aan
den ontworpen parallelweg met de Qinnekenstraat langs de
Lange Stallenkazerne en daarvoor de gelden voteerde. De
urgentie van dit werk werd hier met nadruk betoogd en
de belangstelling van het publiek in de totstandkoming van.
dit werk is zeer groot.
De toestand van het verkeer in de Qinnekenstraat wordt
onhoudbaar en het zou hem bijzonder aangenaam zijn, van