16 MEI 1930. 307 De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van de heeren Van Bedaf, Cohen, Moll en Van Veen bericht is ingekomen, dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen. Daarop stelt de VOORZITTER aan de ordé: 1. Beëediging en installatie van het nieuw benoemd raads lid J. J. A. van Werkhooven. De VOORZITTER verzoekt den Secretaris, den heer Van Werkhooven binnen te leiden. Hieraan voldaan zijnde, worden door den heer Van Werkhooven in handen van den Voorzitter afgelegd de verklaring en de belofte van zuivering en de belofte van trouw, voorgeschreven in art. 39 der Gemeentewet. De VOORZITTER wenscht daarop den heer Van "Werkhooven geluk met zijn terugkeer in den Raad en verzoekt hem in de vergadering plaats te nemen. Waarop de benoemde zitting neemt. Vervolgens zegt de VOORZITTER, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 18 Maart j.l., overeen komstig het bepaalde in art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben a gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan ver langt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden die notulen onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 307