310 16 MEI 1930. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Dienovereenkomstig wordt besloten. 10. Schrijven van het College van Regenten van het Oude Mannenhuis, verzoekende wijziging van de begrooting van dat gesticht voor het dienstjaar 1929, overeenkomstig de daarbij gedane opgaven. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 11. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter voorziening in de vacature van lid van het Burgerlijk Armbestuur, ontstaan wegens periodieke aftreding van Mr. E. L. H. M. van Mierlo, ter benoeming aanbevelende': 1°. Mr. E. L. H. M. van Mierlo, aftredend lid; 2°. J. C. M. IngenHousz. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 22 stemmen, waarvan 21 op den heer Van Mierlo en 1 op den heer IngenHousz. Zoodat de heer Mr. E. L. H. M. van Mierlo opnieuw is benoemd tot lid van het Burgerlijk Armbestuur. De VOORZITTER vraagt den heer Van Mierlo, of hij de herbenoeming aanneemt. De heer VAN MIERLO antwoordt bevestigend. 12. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het adres van de Commissie voor het Zwemonderwijs van den Nederlandschen Zwembond, verzoekende de leerlingen van de verschillende scholen in de gelegenheid te stellen tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 310