i
314
16 MEI 1930.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om aan
het bestuur der Stichting „Nutsschool Breda" de vereischte
'medewerking te verleenen voor de aanschaffing van leer
boeken ten behoeve van de onder dat bestuur staande U.
L. O. school voor meisjes aan de Bouwerijstraat, luidende
als volgt:
„Bij Uw besluit van den 30en Juli 1929 (zie gedrukte
notulen blz. 839 e.v.) werd afwijzend beschikt op eene
aanvrage van het Bestuur der Stichting „Nutsschool Breda"
alhier, om de benoodigde gelden te ontvangen voor de
,aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van de U. L. O.
(School voor meisjes aan de Bouwerijstraat alhier. Deze
medewerking werd geweigerd uit overweging dat de uitgaven
,voor de aangevraagde leerboeken, benoodigd voor de in
voering eener nieuwe leermethode, dienden te worden be
streden uit de vergoeding bedoeld in art. 101 der L. O.
,Wet 1920.
„Van dit besluit is bovengenoemd schoolbestuur in beroep
gekomen bij Gedeputeerde Staten dezer provincie. Bij de
,ter Uwer kennis gebrachte beschikking van den 20en De
cember 1929 heeft dit College besloten, met vernietiging
,van Uw besluit d.d. 30 Juli 1929, dat deze gemeente alsnog
medewerking heeft te verleenen voor de aanschaffing van
,de door het schoolbestuur gevraagde leerboeken, op grond
,dat appellants aanvrage steun vindt in art. 72 der L. O:.
,W»ct; 1920' en aan de in art. 73 dier Wet omschreven >ver-
,eischten is voldaan.
„Naar aanleiding van deze beslissing dient het schoolbe
stuur thans weder eene, hierbijgevoegde, aanvrage in om
gelden beschikbaar te willen stellen voor de aanschaffing
,van boeken ter invoering eener nieuwe leermethode. Tevens
,wordt in de aanvrage verzocht de noodige gelden beschik
baar te willen stellen voor aanschaffing van leerboeken
wegens uitbreiding van het leerlingenaantal.
„Waar de aanvrage voldoet aan de door de wet gestelde
„eischen, wordt, in verband met de door Gedeputeerde