316 16 MEI 1930. met toestemming van Burgemeester en Wethouders is on- per derverhuurd. Vervolgens zegt Spr. niet in te zien, waarom land de gemeente dit houten gebouwtje niet als woning zou kun- verp nen verhuren; het voldoet aan redelijke eischen. eind pact Zonder verdere bedenkingen wordt daarop con- niet form het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. 'an2 18. Voorstel-van Burgemeester en Wethouders, tot open- bare verpachting van eenige perceelen bouw- en weiland in den Boeimeerpolder (aangehouden in de vorige vergadering), luidende als volgt: c y „De huren der door de gemeente aangekochte gronden j_[ Q „in den Boeimeerpolder eindigen alle op 11 November e.k. verj. „De vorige eigenaar, het Oude Mannenhuis, had deze j. „perceelen onderhands verpacht voor f 75,per H. A., (jaa „een pachtsom welke ons te laag voorkomt. anc[ „O.i. is thans de tijd gekomen alle perceelen bij opbod wej publiek te verpachten volgens het hierbij overgelegd ver- j-hai kavelingsplan met voorwaarden. hee „Wij hebben de eer U voor te stellen ons te machtigen g£g „tot bedoelde publieke verpachting over te gaan." wac voc De heer VAN HOUTEN zegt, dat de toestand van de bij gemeentelijke stortplaats voor vuilnis van dien aard is, dat 1 men geen raad meer weet, waar men het afval moet laten. dat Nu zou iner. dit z.i. productief kunnen maken door daarmede tha de vele putten, welke zich in het bewuste terrein in den Boeimeerpolder bevinden, te dempen. Daar dit terrein op het uitbreidingsplan als sportpark is aangegeven, zou de ophoo- dat ging daarvan zoodoende op 'goedkoope wijze kunnen ge- de schieden. Mocht dit denkbeeld geen ingang vinden, dan zou ste Spr. het ten zeerste op prijs stellen, indien werd voortgegaan met onderhandsche verpachting van de gronden tegen f 75,,bet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 316