326 16 MEI 1930. „boven nader becijferd, op f 650.000,weer worden ver hinderd, zoodat dit definitief wordt f 560.000,Dit be- „drag geeft aan het 2/3 gedeelte der voor het belastingjaar „1930/31 minstens benoodigde opbrengst wegens plaatselijke „inkomstenbelasting. „Deze totale opbrengst kan derhalve worden gesteld op „f 840.000,Volgens inzicht van den Inspecteur der Directe „Belastingen zal bij een factor 0.8 een opbrengst verkregen „worden van f 855.000, zoodat de factor op dit cijfer „kan worden gesteld. ,,'Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen den „factor voor het belastingjaar 1930/31 vast te stellen op „0.8, met bepaling, dat van de opbrengst geraamd op „f 855.000,-, zal worden verantwoord op de begrooting „1930 f 560.000,en het meerdere op de begrooting 1931." Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 28. Schrijven van C. L. Snepvangers, houdende dank betuiging voor zijn benoeming tot directeur van den dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. 29. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Noordbra bant, d.d. 7 Mei 1930, G. no. 540, houdende vaststelling van het bedrag der schadeloosstelling, door de gemeente Breda uit te keeren aan de gemeente Ginneken op grond van art. 2 der (Grenswijzigings)wet van 21 April 1927. De VOORZITTER stelt voor, deze beide stukken voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 326