16 MEI 1930. 327 30. Voorstel van het raadslid P. Haaiman, om in het reglement van orde voor den Gemeenteraad de volgende bepaling op te nemen: „Indien Burgemeester en Wethouders of het bij de wet „vereischte aantal leden een vergadering vorderen, belegt „de Burgemeester deze binnen acht dagen." De VOORZITTER geeft in overweging, dit voorstel te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Spr. zou het op prijs stellen, indien het voorstel schriftelijk werd toegelicht. De heer HA ALM AN acht zulks niet noodig; het voorstel spreekt voor zich zelf. De reden, waarom hij het heeft inge diend, is gelegen in het feit, dat zich al eens het geval heeft voorgedaan, dat een door het bij de wet vereischte aantal leden aangevraagde raadsvergadering lang op zich heeft laten wachten; het lijkt hem daarom gewenscht in deze een termijn te stellen. Daarop wordt besloten het voorstel van den heer H aalman te stellen in handen van Burge meester en Wethouders om prae-advies. 31. Voorstel van het raadslid Ir. W. van Veen, lui dende als volgt: „Het is U bekend, dat door onze gemeente successievelijk „groote bedragen in het bouwen van arbeiderswoningen zijn „en worden belegd en dat zij eveneens voor aanzienlijke „bedragen borg is voor vereenigingsbouw. j,Het is m.i. van zeer groot belang, dat de Raad wete in „hoeverre de woningen, die in de laatste jaren zijn gebouwd „door de gemeente zelf en door bouwvereenigingen, aap „behoorlijke eischen voldoen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 327