30 JUNI 1930. 351 De heer VAN HOUTEN verzoekt toezegging, dat het prae- advies in de eerstvolgende raadsvergadering wordt uitge bracht. Wordt deze toezegging niet gedaan, dan zal Spr. voorstellen dit adres terstond in behandeling te nemen. Reeds tweemaal is een verzoek door Burgemeester en Wethouders afgewezen. Volgens Spr. ware het gemakkelijker geweest om reeds thans een prae-advies te geven. De VOORZITTER merkt op, dat deze zaak geheel regel matig is behandeld. Ook dit adres zal op de gewone wijze worden afgedaan. Een en ander zal worden nagegaan en zoo spoedig mogelijk zal een prae-advies volgen. Daarop wordt besloten het adres om prae-advies te stellen in handen van Burgemeester en Wet houders. De VOORZITTER stelt alsnu voor, de adressen, vermeld onder nos. 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 der agenda, bij de behandeling der nagekomen stukken af te doen, omdat daarbij zijn gevoegd de prae-adviezen van Burgemeester en Wethouders op deze adressen betrekking hebbende. Daartoe wordt besloten. 17. Adres van de firma H. Sijpesteijn, verzoekende haar ontheffing te verleenen van artikel 15 der Bouwveror dening ten behoeve van het bouwen van afdaken en opslag plaatsen op haar terrein aan de Haven no. 4. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres om prae- advies te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. Hiertoe wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 351