356 30 JUNI 1930. De heer VAN WERKHOOVEN wil, naar aanleiding van dit prae-advies een en ander zeggen. In een der vorige raads vergaderingen, waarin Spr. niet aanwezig was, is besloten met de Stichting „Moederheil" een overeenkomst aan te gaan. Waarom wordt thans subsidie geweigerd? Meenen Burge meester en Wethouders dat „Moederheil" geen subsidie noo- dig heeft? Er wordt toch reeds langs verschillende wegen subsidie toegekend. Waarom wordt dit niet in algemeenen zin gedaan? „Moederheil" overvraagt toch niet? Als zij het vraagt, zal zij het ook wel noodig hebben. Het is de eenige inrichting hij leest zulks met genoegen in het verslag waar onechte kinderen verzorgd worden. Spr. vraagt zich af, of dit niet voldoende aanleiding is tot het verkenen van subsidie, omdat het hier misdeelde kinderen geldt. Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat de Raad in een van zijn vorige vergaderingen heeft bekrachtigd een met de Stichting „Moederhdfl" te sluiten overeenkomst^ betreffende de opneming en verpleging van on- en minvermogende gy naecologische patiënten en kraamvrouwen; op gelijke wijze als contracten zijn gesloten met het St. Ignatiusziekenhuis en het Diaconessenhuis. Oorspronkelijk was er sprake van, dat aan de Stichting „Moederheil" een vroedvrouwenschool zou worden verbonden. Dit is ook de oorzaak van het verzoek om subsidie. Nu dit echter niet het geval is, stelt Spr. „Moe derheil" gelijk met andere ziekenhuizen, zij het dan, dat deze stichting meer specialistisch is georiënteerd. Ging men, zooals de zaken nu staan met „Moederheil", aan deze inrichting subsidie verkenen, dan ziet Spr. weinig reden om een sub sidieaanvrage van het St. Ignatius-ziekenhuis of Diaconessen- huis te weigeren. Spr. gelooft, dat ook in het St. Ignatius ziekenhuis en in het Diaconessenhuis dergelijke kinderen ver zorgd worden; althans dat deze er niet in ieder geval uit worden geweerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 356