30 JUNI 1930.
363
behandeld worden. Spr. heeft den indruk, dat de persoon in
kwestie gedupeerd wordt, wanneer men weer wacht. Hij stelt
voor deze zaak niet aan te houden.
De VOORZITTER meent, dat de heer Van Veen zijn
voorstel tot aanhouding moest waardeeren. Het College toch
heeft afwijzend geadviseerd, doch wil, na het adres der buren
nog eens, in overleg met de Gezondheidscommissie en den
Directeur van Openbare Werken, onderzoeken, of dit schrijven
goeden grond heeft. Wanneer Burgemeester en Wethouders
thans in onzekerheid verkeeren, hoe kan de Raad dan een
beslissing nemen?
De heer VAN VEEN meent, dat het verzoek der buren
wel door de raadsleden, die zich ter plaatse op de hoogte
hebben gesteld, zal worden begrepen en dat daarom het adres
kan worden afgedaan.
De heer VAN BEDAF wil den heer Van Veen steunen
in zijn voorstel om de zaak nu af te doen.
De VOORZITTER: Wilt U een voorstelt doen tot directe
behandeling, dan kunt U dat doen.
De heer VAN BEDAF vraagt, of het advies gebaseerd is
op het verzoek der bewoners.
De VOORZITTER: Het prae-advies is gebaseerd op de
adviezen der Gezondheidscommissie en van den Directeur
van Openbare Werken.
De heer VAN BEDAF verklaart zich thans voor aanhou
ding van het adres.