374 30 JUNI 193Ö. gelegd. Ook dit stuk heeft Spr. niet aangetroffen. Spr. ver zoekt daarom zoodra de agenda is verzonden alle stukken op de leeskamer ter inzage te leggen en ze (jaar te laten. De VOORZITTER is het in het algemeen met deze op merking eens. Met het oog op de vergaderingen van het College van Burgemeester en Wethouders is het wel eens moeilijk aan het door den heer Van Veen geuite verlangen te voldoen. Het gebeurt dat stukken op de raadsagenda worden geplaatst, welke nog in een vergadering van Burge meester en Wethouders moeten worden behandeld en daarna tot voorstel aan den Raad moeten worden omgewerkt. Zooveel mogelijk zal echter aan het verlangen van den heer V a ri Veen worden voldaan. Niemand der leden overigens eenige bedenking hebbende, wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 44. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot on bewoonbaarverklaring van de woningen Beijerd nos. 31, 33 en 35. 45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot on bewoonbaarverklaring van de woningen Vestkant nos. 73 en 75. De heer VAN VEEN vraagt, of de bewoners kunnen worden ondergebracht in een voor hen passende woning, waarvan de huur hun draagkracht niet te boven gaat. De heer VAN MIERLO zegt, dat het in de bedoeling ligt de bewoners, indien mogelijk, onder te brengen in woningen van de 157 welke aan den Bredascheweg worden gebouwd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 374