396 30 JUNI 1930. Rondvraag. 1. De heer VAN DE VEN vraagt inlichtingen omtrent het nieuwe aspect dat de Raad vertoont. Vroeger zat n.l. de heer Haaiman aan den linker, thans aan den rechter kant van den Voorzitter. De VOORZITTER deelt mede, dat deze opschuiving steunt op een hedenmorgen van den heer Haaiman ontvangen brief, tegen voorlezing waarvan bij den heer Haaiman geen bezwaar bestaat. Spr. leest daarop het schrijven voor, waaruit blijkt, dat de heer Haaiman wederom in de S. D. A. P.-fractie is opgenomen, zoodat hij verzoekt in deze raadsvergadering te kunnen plaatsnemen te midden zijner fracliegenooten. Spr. heeft daarop deze vraag onderzocht en hij heeft gemeend, daartegen geen bezwaren te moeten inbrengen. De heer Haaiman is naar leeftijd tusschen zijn fractiegenooten geplaatst. De heeren Van de Ven e.a. hebben daardoor een plaatsje naar links moeten opschui ven en hoewel hij overtuigd is, dat de heer Van de V e n bezwaar zou maken tegen elke verschuiving naar1 links hij in dit geval dat niet zal doen. De heei VAN DE VEN zegt, dat de gestie van den heer Haaiman hier weinig ter zake doet. Alleen wil Spr. den heer Haaiman er op wijzen, dat hij politiek niet juist handelt. In deze raadszaal heeft altijd een Haaiman-partij gezeten. Nu echter de heer Haaiman is overgegaan naar de S. D. A. P., behoort hij zijn raadszetel beschikbaar te stellen voor een afgevaardigde van de kiezers, die hij ver tegenwoordigt. Spr. merkt uitdrukkelijk op, dat de R. K- fractie er geen rekening mede zal houden, dat de S. D. A. P. thans zeven leden in den Raad telt. De VOORZITTER zegt, dat het niet op zijn weg ligt dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 396