40 29 JANUARI 1930. De heer VAN VEEN zou, in verband met het feit, dat bij punt 5ö de salarissen van enkele personen in het geding- komen, gaarne in de gelegenheid worden gesteld, daarover eerst iets in besloten vergadering te zeggen. De VOORZITTER heeft daartegen geen bezwaar; hij zal den heer Van Veen daartoe straks gelegenheid geven. Daarop wordt besloten punt 26 bij punt 56 te behandelen. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot definitieve vaststelling van een bouwverbod op een gedeelte van een perceel, gelegen langs de openbare straat genaamd „Nieuweweg". Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot dejinitieve vaststelling van het onteigeningsplan betreffende een drietal perceelen domeingrond in het Wilhelminapark. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 29. Gunstig prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het adres van J. C. F. M o t k verzoekende ontheffing van art. 15 der Bouwverordening voor het bouwen van een garage met bovenwoning op het perceel aan de Kraanstraat nos. 3 en 3 a. Zonder eenige bedenking wordt besloten, adressant de gevraagde ontheffing te verleenen, onder de navolgende voorwaarden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 40