422
30 JULI 193Ö.
Van Veen zich van een dergelijk onderzoek voorstelt.
Spr. verwacht, dat ieder bewoner voor zich weer een andere
klacht zal hebben. De heer Van Veen heeft gezegd
„Nadat het plan uitgevoerd is en de meubels geplaatst zijn,
kan men eerst zien, of de afmetingen van de vertrekken
voldoen". Maar, men kan toch moeilijk in reeds bestaande
woningen verandering gaan brengen. Met de resultaten van
bedoeld onderzoek zou dus alleen bij nieuwbouw rekening
kunnen worden gehouden, doch daarbij is men weer ge
bonden aan de exploitatiekosten, welke zoo laag mogelijk
moeten zijn. Spr. betwijfelt dan ook sterk, of een dergelijk
onderzoek vrucht zou dragen.
Wethouder VAN M1ERLO vindt, dat de opmerking van
den heer Van Veen, dat het plan eerst uitgevoerd moet
zijn om het behoorlijk te kunnen beoordeeten, geen com
pliment is voor de raadsleden en nog minder voor de leden
van de Bouwcommissie. Spr. maakt de woorden van den
heer Van Houten tot de zijne; ook hij verwacht van
dat onderzoek geen ander resultaat dan allerlei verlangens
van de bewoners de een wil een kast hier, de ander meer
ruimte daar welke misschien wel eenigen grond hebben,
maar waaraan men met het oog op de exploitatie-kosten niet
tegemoet kan komen. Spr. weet trouwens uit ervaring, dat
er geen klachten van beteekenis zijn; de woningen worden
door ambtenaren van den dienst van Bouw- en Woningtoe
zicht geregeld gecontroleerd en de noodige herstellingen,
verricht. En zonder nu te kort te willen doen aan de kennis
der raadsleden, moet hem toch van het hart, dat die ambte
naren, die dagelijks en voortdurend met woningaangelegen
heden bezig zijn, zeker niet minder kundig zijn op dit gebied
dan de raadsleden. Blijkt na het totstandkomen van een of
ander complex, dat op eenig punt wijziging dienstig mocht
zijn, dan wordt daarmede bij volgende plannen rekening
gehouden.