428 30 JULI 1930. De heer VAN HOUTEN vraagt, of de Gascommissie in deze gehoord is, aangezien zulks niet uit de stukken blijkt. Voorts merkt Spr. op, dat het afwijzend prae-advies gemoti veerd wordt door het feit, dat van de 12 onderteekenaars er maar 5 toegezegd hebben 44 K-W.U. per jaar te zullen af nemen. Op 18 Maart j.l. is dit minimum-verbruik vastgesteld vóórdien bestond er geen verplichte minimum-afname en is tevens bepaald, dat voor elke K-W.U.dat minder wordt verbruikt, 12 cent zal kunnen worden nagevorderd. En nu komt het Spr. vreemd voor, dat, nadat dus in een en ander is voorzien, men toch nag een onderzoek gaat instellen, of er inderdaad wel 44 K-W.U. per jaar zal worden afgenomen. Een dergelijk onderzoek zal, veronderstelt Spr., wel niet plaats hebben als bewoners van de Vijverstraat of van de Baronielaan een verzoek om aansluiting van hun woningen aan het electrisch net doen. Spr. blijft op zijn reeds vroeger kenbaar, gemaakt standpunt staan, dat ieder op zijn verzoek in de gelegenheid moet worden gesteld, de gemeentelijke producten af te nemen. De heer VAN VEEN zegt het volgende: Gaarne zou ik vernemen, wat de kosten van kabelaanleg in den Sluissingel zijn. Zijn deze niet hoog, dan ben ik ervoor om aan het verzoek tegemoet te komen, omdat de Sluissingel ligt in de bebouwde kom. Het is wel prettig al dadelijk met eene gunstige rentabd'teitsberekening te kunnen komen, zooals bij de Bloemstraat, het volgende punt der agenda, het geval is, maar dit mag toch niet de eenige maatgevende factor zijn. Ik zou in dit verband wel eens gaarne van Burgemeester' en Wethouders vernemen, in welke woonstraten nog geen gelegenheid is om electriciteit te betrekken en welke de kosten van kabelaanleg in elk dier straten zullen zijn. De heer VAN DE VEN brengt in herinnering, dat hier meermalen dergelijke aanvragen in behandeling zijn geweest en dat de Raad zich daarbij steeds op het standpunt heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 428