30 JULI 1930. 429 gesteld, dat de te leggen kabel eenigszins rendabel moet zijn. De stelling, dat ieder op zijn verzoek aansluiting moet kunnen krijgen, zal op den duur moeilijk zijn te verdedigen. Uit het volgende punt der agenda blijkt trouwens, dat Burgemeester en Wethouders niet zoo gemakkelijk de verzoeken om aan sluiting afwijzen als wel wordt beweerd. Spr. vindt het te prijzen, dat de menschen eerst op de hoogte worden gebracht van de kosten en de verplichtingen, welke het verbruik van electrischen stroom met zich medebrengt; zij kunnen dan nagaan, of zij een en ander op zich kunnen nemen. Immers, bleek later, dat de kosten veel hooger waren dan zij zich hadden voorgesteld en zij konden niet aan hun verplichtingen voldoen, dan zou dit zeer te betreuren zijn. De heer KROONE staat op het standpunt, dat ieder, die in de bebouwde kom der gemeente woont, indien hij dit wenscht, in de gelegenheid moet worden gesteld aansluiting van zijn woning aan het electriciteitsnet te verkrijgen. Spr. zou daarom gaarne zien, dat ook de bewoners van den Sluis singel alsnog aansluiting bekwamen. Wethouder ESBACH deeit mede, dat de meerderheid der Gascommissie zich tegen de gevraagde kabellegging heeft uitgesproken omdat de exploitatie niet rendabel zou zijn. Naar aanleiding van de opmerking van den heer Van Houten over het ingestelde onderzoek naar de afname, zegt Spr., dat het, zooals meermalen gebleken is, heel ge makkelijk is handteekeningen voor een dergelijk verzoek te verzamelen, maar dat daardoor nog geenszins vaststaat, dat de onderteekenaars ook electriciteit willen afnemen. Daarom zijn er aan de 12 orfüerteekenaars van het adres formulieren gezonden, waarop vermeld stond, dat zij krachtens een raads besluit, na indiening van hun adres genomen, verplicht waren 44 K.W.U. per jaar af te nemen. Door onderteekening van dat formulier konden zij verklaren op die voorwaarden alsnog aansluiting aan het electriciteitsnet te wenschen. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 429