30 JULI 1930.
437
i aan de
oorschot
erleende
ding in-
er Uwen
e Lagere
aoals die
treffende
jedrijven
scholen
of tegen
wat de
van zijn
electri-
Indien
jedrijven
bijzon
net deze
rstelling
thouders
en. Ver-
esseeren,
rling in
jorlezing
van een lijstje, waaruit blijkt, dat die vergoeding heeft be
dragen
g.l.o.
u.l.o.
in
1924
f 10,10
f 22,—
in
1925
f 10,62
f 20,06
in
1926
f 8,03
f 33,78
in
1927
f 10,95
f 21,73
in
1928
f 10,91
f 22,17
Daarop wordt conform het voorstel van Burge
meester en Wethouders besloten.
22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast
stelling van de afrekening der vergoeding ex art. 101 der
L. O Wet 1920 aan de besturen der bijzondere scholen over
de jaren 1925, 1926 en 1927. luidende als volgt:
„Ingevolge het bepaalde bij art. 101, 8e lid der L. O. Wet
„1920 wordt om de 3 jaren de vergoeding voor exploitatie
kosten, waarop de bijzondere schoolbesturen overeenkomstig
„art. 101, le lid aanspraak hebben, verminderd tot het bedrag
„hetwelk noodig is tot goedmaking van de over die 3 jaren!
„werkelijk gemaakte kosten.
„Door de besturen der Bijzondere scholen zijn thans, over
„de jaren 1925 t/m 1927, rekeningen en verantwoordingen
„met bijlagen ingezonden, die wij hebben onderzocht. Het
„resultaat van dat onderzoek is neergelegd in de hierbijge-
„voegde besluiten van ons College, waarbij de uitgave voor
„die scholen voorloopig werden vastgesteld. Uit deze beslui
ken zal U blijken, dat meerdere bedragen door ons gewij
zigd zijn geworden, daar zij, blijkens de overgelegde kwitan
ties, niet tot de juiste bedragen in de rekeningen waren
„verantwoord. Bovendien is door ons een uitgave geschrapt
„wegens te weinig genoten salaris door eene onderwijzeres,
„aangezien de uitgaven wegens jaarwedden en wedden der
„onderwijzers niet behooren tot die, waarvan de kosten door
„de gemeente worden vergoed.