29 JANUARI 1930. 43 een kort verslag, dat 1 of 2 dagen nadat de raadsverga dering is gehouden verschijnt, is trouwens een kostbare ge schiedenis. De heer MEIJVIS ondersteunt het verzoek van den heer Van Veen. Spr. zou naar aanleiding van de laatste op merking van den Voorzitter weieens willen weten, hoe groot de kosten zouden zijn van zoo'n'verkort verslag. De VOORZITTER zegt, dat ook de heer Me ij vis de zaak verkeerd opvat. Hetgeen adressant bedoelt is het woord voor woord weergeven van het gesproken woord. Daaraan bestaat hier geen behoefte; de notulen, zooals men die hier kent, voldoen uitstekend. Voor een spoedig verschijnend, kort verslag heeft men de persverslagen. Spr. stelt derhalve voor, het adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer VAN VEEN verzet zich daartegen. Hij wil op de aanbieding ingaan door eens een proef te nemen. Volgens Spr. leeft het publiek nog lang niet genoeg mee met hetgeen er in den Raad gebeurt. Hij verwacht, dat dit anders zal worden, wanneer er zeer spoedig na de raadsvergadering e:n verkort officieel verslag wordt uitgegeven. Spr. maakt zich sterk, dat, als men hier zoo'n verslag had, er dan in een geval als dat van Van den Avoort, honderden exemplaren daarvan waren verkocht geworden. De VOORZITTER betoogt nogmaals, dat adressant heel iets anders beoogt te leveren dan de heer Van Veen wil. Spr. noodigt de heer Van Veen daarom uit, daaromtrent een voorstel in te dienen. Dit adres kan voor kennisgeving worden aangenomen. De heer ZIJLMANS rnerkt op, dat aan de samenstelling van de notulen verschillende ambtenaren hun tijd moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 43