30 JULI 1930.
449
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot intrek
king van het raadsbesluit van 30 Juli 1929, waarbij in bej-
ginsel werd besloten tot levering van gas en water aan Tete-
ringen-dorp, luidende als volgt:
„In de raadsvergadering van 30 Juli 1929 werd ons college
„gemachtigd om met de gemeente Teteringen een overeen
komst aan te gaan betreffende het leveren van gas en water
„in die gemeente. Bij het vragen van deze machtiging werd
uitgegaan van de veronderstelling, dat het Rijk, zooals tot
„dan toe steeds het geval was, zonder bezwarende voor
gaarden vergunning zou verleenen tot het leggen van de
„noodige buizen in den Oosterhoutscheweg. De door ons
„college overgelegde becijferingen en de geraamde winst
Jwarcn derhalve eveneens gebaseerd op normale eischen
„door den Rijkswaterstaat te stellen.
„Nadat van den Raad aldus in principe machtiging was
„verkregen om meerbedoelde overeenkomst te sluiten, werden
„onderhandelingen met den Rijkswaterstaat gevoerd om ver
dunning te krijgen tot het leggen van buizen in den rijksweg.
„Deze onderhandelingen voerden na langen tijd tot een niet
„geheel bevredigend resultaat. De Minister van Waterstaat
„verklaarde zich in beginsel bereid aan de gemeente Breda toe
„te staan buizen voor gas- en waterleiding te leggen onder
„het rijwielpad van den rijksweg GorinchemBreda, tusschen
„het dorp Teteringen en den Driesprong, mits waarborgen
„eerden gegeven voor de gasdichtheid der leiding en geregelde
„controle daarop werd gehouden. Voorts zou worden bepaald,
„dat in de rijwielpadverharding geen afsluiters of putjes e.d.
„mogen komen en voor de aansluitingen geen opbrekingen
„in die verharding mogen plaats hebben.
„De voorwaarden kennende, becijferde wij nader tot welke
„extra-kosten Breda zou gorden genoopt; het bleek, dat de