452
30 JULI 1930.
28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om hen
te machtigen tot het aangaan van een overeenkomst met de
N.. V. Technisch Bureau voor Algemeene Lichtreclame S.
Kool Co., gevestigd te Amsterdam, tot het plaatsen van
halte-vitrinezuilen, luidende als volgt:
„Wij hebben de eer U aan te bieden een concept-overeen
komst tusschen de gemeente en de N. V. Technisch Bureau
„voor Algemeene Lichtreclame S. Kool C o., gevestigd
„te Amsterdam, tot het plaatsen bij tram- of bushalten van
„ten hoogste drie vitrines, als op bijgaande foto aangegeven,
„mdt het verzoek ons tot het sluiten daarvan te machtigen.
„Naar het ons voorkomt, behoeven de bepalingen geen1
„toelichting. In tegenstelling tot de vergunning aan de N. V.
„Nederlandsche „Labiko" Wegwijzer-Maatschappij, die geen
„vergoeding verschuldigd is, wordt van het Technisch Bureau
„een jaarlijksche vergoeding van f 50,per te plaatsen vitrine
„gevraagd, omdat de gemeente wel belang bij verlichte weg-
„iwijzers, echter geen belang bij reclamevitrines heeft."
De heer VAN VEEN vindt, die zuilen een peuterige en
kleinsteedsche lichtreclame. De openbare straten worden toch
al druk genoeg gemeubileerd met allerlei borden betreffende
de verkeersvoorschriften, met lichtbakken aan de gevels enz.
dan dat men nog voort zou gaan om ze nog leelijker te maken-
Het beste voorbeeld hiervoor vindt men, volgens Spr„ in de
foto, welke is overgelegd: een aardig, breed en belommerd
trottoir en in den straatwand een eenigszins monumentaal
portaal, waarmede de reclame-zuil absoluut in disharmonie is.
Zet zoo'n zuil vóór de Parkstraat aan de zijde der Baronie
laan, roept Spr. uit, en het aspect van de Parkstraat met het
Wilhelminapark op den achtergrond zal totaal bedorven wor
den. Spr. zegt dit alleen maar om te doen uitkomen, dat men
met de plaatsing van zulke voorwerpen, die de bedoeling-
hebben om de aandacht te trekken, zeer voorzichtig moet
zijn. Spr. veronderstelt, dat Burgemeester en Wethouders het
