30 JULI 1930. 461 „wo/rden op den leest van hetgeen in punt 9 van genoemd» „rapport (bldz. 12) is ontvouwd, waardoor de gewenschte „verbetering ten volle wordt verkregen, hetgeen de samen steller van het rapport beaamde. „De bezwaren daartegen uiteengezet op bldz. 21 (onder) „e.v. worden door ons niet gedeeld, althans niet in die mate „dat invoering van den semi-bedrijfsvorm zou moeten worden „nagelaten. „De hier gevolgde methode van loonbetaling waartegen „h^t bezwaar in hoofdzaak gaat voldoet goed en ontmoet „geen bedenking bij Gedeputeerde Staten. De omslag is niet „van dien aard, dat zij zou moeten leiden tot eene 'regelin'g „ex art. 114bis, welker toepasselijkheid voor niet-economische „bedrijven zeer in twijfel kan worden getrokken. „Ten slotte zij nog medegedeeld, dat de directeurswisseling „bij den dienst van Openbare Werken mede oorzaak is ge- ,)worden, dat eenige vertraging in de behandeling dezer aan gelegenheid is ontstaan. „De Bouwcommissie, omtrent het reorganisatievoorstel ge- „hoord, kan zich met dit voorstel volkomen vereenigen." De heer VAN VEEN vindt het overgelegd rapport van den deskundige een keurig stuk werk en zegt het te betbeuren, dat dergelijke uitvoerige stukken zoo korten tijd ter inzage voor de leden liggen, zoodat de gelegenheid voor een gron dige studie ontbreekt. Spr. verklaart, zich met het prae-advies te kunnen vereenigen. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop con form het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. 34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het instellen van de functie van „boekhouder bij den dienst van Openbare. Werken" en tot indeeling van die functie in Groep

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 461