462
30 JULI 1930.
VII der Salarisregeling voor de ambtenaren der gemeente
Breda, luidende als volgt:
„De voorgenomen reorganisatie der administratie van den
„dienst van Openbare Werken maakt het noodig, bij dien
„dienst aan te stellen een ambtenaar, die met het algeneele
„•boekhouding zal worden belast.
„De verantwoordelijkheid en den werkkring van dien ambte
naar in aanmerking nemende, komt het ons juist voor hem
„met den titel „boekhoudei bij den dienst van Openbare
„Werken" te plaatsen in groep VII der Salarisregeling (sala-
„risgrenzen f 2500,— f 2900,—) opgenomen in Gemeente-
„blad no. 303.
„Ten slotte verzoeken wij U, ons te machtigen tot het be
noemen van dezen functionaris.
„De Centrale Commissie voor ambtenaarsaangelegenhcden
„en de Bouwcommissie kunnen z'ich blijkens door haar uit
gebrachte adviezen met dit voorstel vereenigen."
De heer VAN HOUTEN verklaart, dat hij en zijn fractie-
genooten van meening zijn, dat deze functionaris zeker zoo
veel kennis moet hebben en een even zware taak heeft alsl
de administrateur van het Openbaar Slachthuis. Laatstge
noemde ambtenaar is evenwel in Groep VIII der Salarisrege
ling ondergebracht. Spr. stelt daarom voor, den „boekhouder
bij Openbare Werken" eveneens in Groep VIII te plaatseri.
Wethouder VAN MIERLO zou naar aanleiding van het
betoog van den heer Van Houten dezelfde opmerking
kunpen maken als de heer Van Buitenen. Spr. kan den
heer Van Houten de verzekering geven, dat over deze
zaak ernstige besprekingen zijn gevoerd. Spr. kan evenmin
als de heer Van Houten precies uitmaken, of de werk
kring van den boekhouder bij Openbare Werken en dien van
den administrateur van het Openbaar Slachthuis al of niet
evenvee! omvattend is. Men kijkt bij vergelijkingen met andere
