30 JULI 1930.
469
b. de uitkeering volgens de wet van 1897,
„b. Uitkeering uit het gemeentefonds bere
gend per inwoner naar de voorloopige mede-
„deeling van den Minister, te stellen op rond f 390.000,
„1930 is geraamd op f 31.500,zoodat het gemiddeld ver-
„lies per jaar aan netto-opbrengst kan worden
gesteld op rond f 800.000,
voor 1930 geraamd op f 89.200,-
c. 50 opcenten op de vermogensbelasting,
te stellen op rond f 39.000,
t)dbijdragen in de wedden van Burgemees
ter en Secretaris f 600,
f)
i
H
Totaal f 928.800,-
„De gemeente krijgt:
aUitkeering uit het gemeentefonds voor
„de jaarwedden van Burgemeester en Secretaris,
„te stellen op het maximum f 3.000,
„c. 3/4 van 'de opbrengst in hoofdsom der
„grondbelasting voor gebouwd en ongebouwd
„(opbrengst in deze gemeente in hoofdsom
„f 104.000,—) f 78.000,—
dUitkeering van de hoofdsom der perso-
„neele belasting f 219.000,
„e. Meerdere opbrengst aan opcenten per-
„soneele belasting door opneming bij de ge
meentelijke van de te vervallen provinciale- en
„rijksopcenten, resp. 27 en 10-20 -|- 80 opcen
ten op paarden en motorrijtuigen, afgerond f 97.000,-
Totaal f 787.000,—
„Het uit de opcenten op de gemeentefondsbelasting te dek-
„ken bedrag zou bij deze cijfers bedragen f 141.800,Bij
„goedkeuring der U heden aangeboden verordening tot wij-
„ziging der verordening op de heffing van schoolgeld voor