b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde ge bouwd of opgericht; 46 29 JANUARI 1930. e. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend; en onder bepaling, dat bij niet-voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt. 3b. Gunstig prae-advies op het adres van J. I. J es pers, verzoekende ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve van het bouwen van vijf woningen op een perceel aan de Leuvenaarstraat, kadastraal bekend sectie A nos. 120, 121, 1851, 1850, 2215 en 2216. De heer VAN DLR VEN vindt het uit een aesthetisch oogpunt jammer, dat de beide naastliggende perceeltjes bui ten deze bebouwing vallen. I lij geeft derhalve in overweging, zich met adressant in verbinding te stellen, opdat ook de daarop staande huisjes, nos. 65 en 67, worden opgeruimd en vervangen door nieuwe woningen. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wet houders daarop geen invloed kunnen uitoefenen. Men moet kalm afwachten, wat de eigenaar van die perceeltjes doet. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop be sloten, adressant de gevraagde ontheffing te ver- leenen onder de navolgende voorwaarden: a. dat geen verandering worde gebracht im de grenzen van het perceel; c. dat, ter voldoening aan artikel 5 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 46