470 30 JULI 1930. „het lager- en uitgebreid lager onderwijs, zal de jaarlijksche „opbrengst der schoolgelden f 8000,lager zijn. Hiermede „moet het bedrag door opcenten te dekken worden verhoogd „zoodat dit wordt f 149.800, „Na deze inleiding komen wij tot eene bespreking van de „'wijzigingen, welke in de plaatselijke belastingen behooren „te worden aangebracht. „Onze voorstellen dienaangaande betreffen: „1. de opcenten op de hoofdsom der vermogensbelasting; „2. de opcenten op de hoofdsom der grondbelasting; „3. woonforensenbelastirig; „4. personeele belasting; „5. classificatie der gemeente voor de gemeentefondsbe- lasting; „6. opcenten op de gemeentefondsbelasting. „Ten aanzien van elk der bovengenoemde 6 punten, geldt „het volgende: „le. Opcenten op de hoofdsom der vermo gensbelasting. „Deze opcenten worden hier ter plaatse geheven tot eejn „aantal van 100, zijnde het maximum toegelaten in art. 246 a „(oud) der Gemeentewet. Dit maximum is door de nieuwe wet „met ingang van 1 Mei 1931 teruggebracht tot 50. „Wij. hebben de eer U voor te stellen deze opcenten tot „het nieuwe maximum derhalve 50 te blijven heffen „en daarvoor met intrekking van de bestaande verordening „Gemeenteblad no. 331, vast te stellen de hierbijgevoegde „ontwerp-verordening. „2e. Opcenten op de hoofdsom der grond- „b e 1 a s t i n g. „In deze opcentenheffing is geen wijziging gebracht. Ge- „heven worden de maxima n.l. 80 op gebouwd en 20 op „ongebouwd. Dit aantal behoort o.i. te worden gehandhaafd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 470