476 30 JULI 1930. „f 100,wordt geen belasting geheven, zoodat practisch de „heffing begint bij een inkomen van: „voor gehuwden, weduwnaars of weduwen zonder „kinderen f 800, „Voor ongehuwden f 600 „Bij de gemeentefondsbelasting begint de hef- „fing in de le klasse: „voor gehuwden enz. bij een inkomen van f 800,— „voor ongehuwden bij een inkomen van f 700 „Wordt Breda ir, de le klasse gerangschikt (daarvoor is „geen formeel raadsbesluit noodig, zonder raadsbesluit tot „lagere indeeling is de gemeente krachtens de wet in de le „klasse geplaatst), dan blijft voor gehuwden enz. de aftrek „a's voorheen, terwijl die voor ongehuwden f 100,grooter „wordt. Voor deze laatsten dus een voordeel. Daarnaast staat „echter voor de gehuwden het voordeel van de hoogere kin- „der-aftrek. Bedraagt deze bij de gemeentelijke inkomsten belasting f 75,per kind, bij de gemeentefondsbelasting „geldt de kinderaftrek der Rijksinkomstenbelasting n.l. mini mum f 100,per kind, bij hoogere inkomens opklimmend „tot f 200,terwijl voor elk kind meer dan vier, U/4 maal „de aftrek wordt berekend. „Het meest overeenstemmend met den huidigen toestand is „dus een rangschikking van deze gemeente in de le klasse. „Lagere rangschikking, tot gevolg hebbende kleinere aftrek „voor noodzakelijk levensonderhoud, zou o.i. slechts mogen „geschieden als uiterste middel, wanneer geen ander middel „tot sluitend maken der begrooting meer aanwezig is. „Wij! hebben de eer U voor te stellen overeenkomstig het „bovenstaande te besluiten. „6e. Opcenten op de gemeentefondsbelas- „ting. „Bij onze inleidende beschouwingen becijferden wij het „door opcenten op de gemeentefondsbelasting te dekken be- „drag op f 149.800,—. Volgens de ons verstrekte gegevens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 476