d. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit, van de verleende ontheffing geen ge bruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn ver leend b. dat de te bouwen loods niet van bestemming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt; i yiisn/ 29 JANUARI 1930. 47 Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring worden aangeboden en onder bepaling, dat bj niet-voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt. 37. Gunstig prae-advies op het adres van de firma H. Sijpesteijn alhier, verzoekende ontheffing van art. 15 der Bouwverordening voor het bouwen van een loods op het terrein van de Maatschappij „De Veestallen", in den Belcrumpolder, kadastraal bekend sectie C no. 104. De heer VAN ^DE VEIf/heeft uit de stukken gezien, dat in die loods zeer vluchtige stoffen zullen worden opgeslagen. Spr. vraagt, of Burgemeester en Wethouders zich te dien opzichte verantwoord achten. De VOORZITTER antwoordt, dat de Hinderwet daarin voorziet. Het gaat nu alleen over de ontheffing van art. 15 der Bouwverordening. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop be sloten, adressante de gevraagde ontheffing te ver- leenen onder de navolgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 47