480 30 JULI 1930. „Hiermede vervalt de mogelijkheid van het sub 2 gedane „voorstel. „Ten slotte wordt voorgesteld te besluiten tot progessieve „heffing der opcenten op de gemeentefondsbelasting. Uit „het vorenstaande blijkt, dat bij aanneming der gedane voor- „stellen deze opcenten tot boven de 80 moeten worden op gevoerd en dat in dit geval progressieve heffing niet is toe- gelaten. „Op grond van deze uiteenzetting, moeten wij U ernstig „aanneming der gedane voorstellen ontraden." De VOORZITTER opent de algemeene beschouwingen. De heer GRUIJS wenscht eenige opmerkingen te maken over de nota van Burgemeester en Wethouders en de daarbij gevoegde verordeningen. Spr. staat op het standpunt, dat deze zaak goed onder de oogen rnoet worden gezien. Deze wijzi ging van het belastingstelsel is een gevolg van de wetswij ziging en is van zoo uitgebreiden aard, dat zij niet in een vloek en een zucht kan worden afgedaan. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders heeft een logischen gedachten- gang; het beoogt zooveel mogelijk aan te sluiten aan deiq bestaanden toestand. Spr. kan zich daarmede vereenigen, maar die gedachtengang is niet in alle opzichten volgehouden.; Burgemeester en Wethouders zijn er van afgeweken, waar de beginsel-opvattingen zich toespitsen. De belastingen moeten zooveel mogelijk naar draagkracht worden geheven; zij, die het minst kunnen betalen, moeten zoo weinig mogelijk worden belast en degenen, die het goed kunnen missen, zooveel mogelijk. Dit beginsel kan nog verder worden doorgevoerd door de Personeele Belasting te verminderen, hetgeen thans mogelijk is geworden, en niet, zooals Burgemeester en Wet houders voorstellen, door er nog een schepje op te doen. De huren zijn te Breda hoog, doordat er meer vraag is naar dan aanbod van woningen. Hiermede dient terdege rekening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 480