30 JULI 1930. 483 om Breda volgens de Gemeentefondsbelasting te rangschikken in de eerste klasse. En al zullen bij de gewijzigde belastingbepalingen alle ran gen en standen te Breda (die belasting betalen) m.i. gebaat zijn, zoo had ik toch ook wel gaarne gezien, dat Breda voor de Personeele Belasting in de 4e klasse had kunnen geplaatst worden, omdat de minst-draagkrachtigen, daarmede in de eerste plaats zouden gebaat zijn. Daardoor toch worden niet alleen de huurwaarden, die vrij zijn van Personeele Belasting, gebracht van f 150,tot f 175,—, maar worden de huren van b.v. f 5,per week of f 250,per jaar voor de 5e klasse verminderd met f 145,— en voor de 4e klasse met 170,zoo dat volgens den len grondslag in de 5e klasse bij een huurwaarde van f 250,per jaar min f 145,is f 105,a 10 °/0 is f 10,50 plus f 9,45 voor 90 opcenten is f 19,95 belasting per jaar moet betaald worden, terwijl dit voor de 4e klasse zou bedragen f 250,min f 170,is f 80, a 10% is f 8,plus f 7,20 voor 90 opcenten is f 15,20 of een verschil van de 4e of 5e klasse van f 4,75 per jaar. En wanneer nu zoo'n gezin berekend wordt op 4 minderjarige kinderen, met voor die huurwaarde 14% kinderaftrek, dan zou die belasting per jaar volgens den len grondslag bedra gen voor de 4e klasse f 8,— min 56% is f 3,52 plus f 3,17 aan 90 opcenten is f 6,69 en voor de 5e klasse f 10,50 min 56% is f 4,62 plus f 4,16 aan 90 opcenten is f 8,72 of een verschil tusschen de 4e en 5e klasse in deze van f 2,09 per jaar. Doch al zou de gemeente Breda voor de Gemeentefonds belasting ingedeeld worden in de 2e klasse en voor de perso neele belasting in de 4e klasse, dan zou het er voor dien be lastingplichtige (met 4 minderjarige kinderen), die om maar eer. zeker bedrag te noemen f 25,- per week of f 1300,- per jaar inkomen heeft, er niet beter op worden doordat hij dan aan Geineentefondsbelasting zou moeten betalen, als Breda is ingedeeld in de le klasse, f 3,plus f 0,96 aan 32 opcenten is f 3,96 en in de 2e klasse P 5,plus

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 483