30 JULI 1930.
487
in dat doch rekening dient te houden met de in zijn gemeente heer-
Burge- schende toestanden.
:doeIing De Personeele Belasting moet men hier dus niet als voor
naamste bron van inkomsten gaan kiezen. Het heffen van een
:ns, dait groot aantal opcenten op de Personeele Belasting is ook ten
ng naar aanzien van houders van motorrijtuigen onbillijk, daar tal
baseerd, van middenstanders er een motorrijtuig op na moeten houden
;meente voor hun bedrijf. Wil men een belasting naar draagkracht,
>verecn- dan moet men alleen opcenten heffen op de Gemeentefonds-
jetenen. belasting. Gaat men echter nu reeds het getal opcenten op
iont de Gemeentefondsbelasting bepalen, dan zal men als straks
ger be- de gemeente-begrooting voor 1931 komt, één van beide moe-
an den ten doenof dat getal wijzigen óf dat der opcenten op da
jn ach- Personeele Belasting.
pr. kan In elk geval staat vast, dat het 1/3 deel van de opbrengst;
belas- van de gemeentelijke inkomstenbelasting over het dienstjaar
net de 1929/1930, dat aan het jaar 1930 ten goede komt, Jh
tzaglijk f 60.000,meer zal bedragen dan oorspronkelijk was ge
itellen. raamd. Vervolgens weet men op het oogenblik nog niets van
itingbe- de uitkomst van de rekening over 1929, noch van die over
h voor .1930, terwijl het juist daarvan zal afhangen, welk bedrag aan
dasting opcenten men zal moeten heffen om den dienst 1931 sluitend
en van te maken.
meente Het is thans 30 Juli 1930, zegt Spr., men heeft nog tot) 1
le Pro- Mei 1931 den tijd om het getal der opcenten te bepalen.-
i krijgt Waarom zou men nu een slag in de lucht doen, terwijl dan
met juistheid het benoodigde getal kan worden vastgesteld.
Laat men daarom thans alleen de besluiten nemen, die men
rschui- wettelijk verplicht is te doen, en de rest aanhouden tot de
feitelijk tijd daarvoor rijp is.
Ten slotte wenscht Spr. nog een andere kwestie aan te
snijden. Hij is namelijk van meening, dat de heffing der
ieenjng opcenten op de gemeentefondsbelasting progressief moet zijn.
or zjjn Spr. heeft een schaal ontworpen, waarbij de lagere inko-
idpUnt mens zullen worden ontlast ten koste van de hoogere. Hij
ste]ien gelooft niet, dat daaraan, uit een oogpunt van gezonde demo-
