524 15 SEPTEMBER 1930. Zonder eenige bedenking wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 16. Gunstig prae-advies op het adres van J. de Ceuster Zoon, verzoekende ontheffing van art. 15 der Bouwver ordening, voor het bouwen van een automobielfabriek op een perceel aan den Nijverheidssingel en den Nieuwe Haag- dijk. De heer VAN HOUTEN meent even te moeten terugko men op hetgeen door Wethouder Van Mierlo in de vergadering van 30 Juni j.l. is medegedeeld, namelijk 1° dat het perceel geen eigendom van adressant was en 2° dat de aan de raadsleden overgelegde teekening misleidend was. Uit een door Spr. ingesteld onderzoek is hem evenwel ge bleken, dat adressant reeds sedert verleden jaar eigenaar van het perceel is en dat de teekening juist was. De Ceuster is door de mededeelingen van den heer Van Mierlo gedupeerd, daar er toen leden zijn geweest, die naar aan leiding van die mededeelingen voor het afwijzend prae-advies van Burgemeester en Wethouders gestemd hebben, waardoor dit werd aangenomen. Den Voorzitter zou Spr., naar aan leiding van diens destijds gemaakte opmerking, namelijk dat hij den Raad van Breda feliciteert met de genomen beslissing, in overweging willen geven, die opmerking tot den heer Van Mierlo te richten, die den Raad heeft misleid. Wethouder VAN MIERLO merkt naar aanleiding van de woorden van den heer Van Houten op, dat hij den Raad niet met opzet onjuist heeft ingelicht. Spr. had persoonlijk niet on derzocht, of D e Ceuster al of niet eigenaar van het perceel was; hij zou het niet gezegd hebben als hij zijn inlichtingen niet gehad had van een zijde, waarvan men mag en moet veronderstellen, dat zij juiste inlichtingen geeft. Er is ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 524