530
15 SEPTEMBER 1930.
„De arbeiders in particulieren dienst krijgen over de alge-
„meen erkende Chr. feestdagen en R. K. feestdagen, op
„welke niet gewerkt wordt, geen loon uitgekeerd.
„De particuliere werkgevers geven 3 vacantiedagen zonder
„toekenning van loon, doch met verzilvering van bonnen,
„welker waarde voor een vol jaar werk bedraagt 46 X f 0,90
f 41,40. De losse gemeentearbeiders ontvangen geen
„bonnen, doch worden bij een jaardienst 3 verlofdagen ver
leend met behoud van loon.
„Stelt men de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders in het
„vrije bedrijf tegenover die bij de gemeente, dan blijkt, dat
„laatstgenoemden per uur f 0,04 meer ontvangen of per jaar
„52 X 48 X f 0,04 f 99,84
„Daarbij komen 8 R. K- en Chr. feestdagen, waarop
„niet gewerkt wordt öf f 35,36
„De arbeiders, welke in gemeentedienst langer dan
„een jaar werkzaam zijn, ontvangen 3 verlofdagen
„met behoud van loon, hetwelk uitmaakt f 13,26.
„Daar ongeveer 50 der losse arbeiders hiervan
„profiteeren, kan gevoeglijk hiervoor gerekend wor
den f 13,62 2 f 6,63
Totaal f 141,83
„De losse gemeente-arbeiders ontvangen dus meer aan loon
„f 141,83, waartegen slechts staat, dat particulieren f 41,40
„aan bonnen verstrekken, verschil alzoo f 100,43. Hierbij is
„nog niet gerekend, dat particulieren bij regenverzuim 70
„betalen en de gemeente 100%.
„De bewering, dat de voorwaarden, waaronder de losse
„gemeente-arbeiders werken ongunstiger zijn dan in het vrije
„bedrijf, is hiermede op overtuigende wijze weerlegd.
„De in de memorie van toelichting geuite bewering, dat
„opzettelijk losse arbeiders vóór feestdagen zijn opgezegd,
„ten einde onproductieve loonen dier feestdagen te kunnen
„ontkomen, is na een ingesteld onderzoek gebleken allen
r grond te missen.
