15 SEPTEMBER 1930*
535
niet ongunstiger zijn dan in het vrije bedrijf. De reda,ct|ie
van het adres getuigt meer van voortvarendheid dan van be
dachtzaamheid; er wordt daarin niets meer verzocht dan de
arbeidsvoorwaarden van de losse bouwvakarbeiders in ge
meente-dienst gelijk te stellen met die van de bouwvakar
beiders in het particulier bedrijf. In het prae-advies is echter
duidelijk aangetoond, dat de arbeidsvoorwaarden van de
arbeiders in gemeente-dienst gunstiger zijn dan van die in
het vrije bedrijf. Weliswaar kan er weieens een ongunstig
moment zijn, waarop ontslag wordt gegeven, maar daartegen
over staat, dat zoovele anderen onder gunstige omstandig
heden worden ontslagen. Het gaat zijns inziens niet aan, uit
sluitend ter wille van de losse bouwvakarbeiders de arbeids
voorwaarden van het gemeentepersoneel te gaan wijzigen. Het
prae-advies vindt Spr. dan ook volkomen juist. De arbeids
voorwaarden voor het losse gemeente-personeel zijn niet
ongunstiger dan die van de arbeiders in het particulier
bedrijf; zij behoeven derhalve niet daarmede in overeen
stemming gebracht te worden; dit zou den menschen zelfs
nadeel bezorgen. Zonder het prae-advies af te vallen, kan
men zijn voor verdeeling van het vacantie- en feestdagen-geld
over een heel jaar in den .geest als door den heer Broos
is bepleit; men kan het met beide eens zijn.
De heer HAALMAN doet het voorstel om de bepalingen
van het Landelijk Collectief Contract toe te passen op de losse
bouwvakarbeiders in gemeente-dienst.
De VOORZITTER constateert, dat de Raad schijnt te ge
voelen voor invoering van het vacantie-bonnenstelsel. Het
lijkt Spr. daarom het beste, dat Burgemeester en Wethouders
de zaak nader in overweging nemen, daarbij rekening hou
dende met den wensch van den Raad, tevens kan daarbij'
nader worden beschouwd het denkbeeld van den heer Haai
man om dien maatregel tot de losse bouwvakarbeiders te
beperken.