15 SEPTEMBER 1930.
547
die als het zijn moet voor alles kan gebruikt worden, zelfs
nog wel voor slaapgelegenheid, daar alle daken beschoten zijn.
Wat de huurprijzen betreft, Mijnheer de Voorzitter, daarmede
kan ik me ook best vereenigen, daar de huur van deze wo
ningen komt op een gemiddelde van f 5,— per week; de
grootste helft blijft daaronder. Ik kan dan ook niet anders
doen dan nogmaals mijn tevredenheid over het totstand
komen van deze woningen uitspreken met de hoop, dat
deze woningen met de 157 aan het Westeinde, waaraan men
spoedig zal kunnen beginnen, er toe mogen bijdragen om net
tekort aan woningen voor een groot gedeelte op te heffen
en de krotten en noodwoningen in zijn geheel te doen ver
dwijnen.
De heer VAN DE VEN merkt op, dat de bewering van
den heer Van Veen, dat de waarde van den grond over
75 jaar eerder zal zijn toegenomen dan dat zij nihil geworden
is, juist is, maar men heeft een ander risico. De huizen zijn
nu van dien aard, dat men daarvoor een goeden huurprijs1
kan krijgen, doch over 50 jaar krijgt men dien huurprijs niet
meer. Op de exploitatie-rekening is hiermede geen rekening
gehouden. Het voordeel, dat zal worden verkregen door
waardevermeerdering van den grond, wordt dus daardoor
weer opgeheven.
Wethouder VAN MIERLO deelt mede, dat de kosten van
het waterverbruik in de huren zijn verdisconteerd; op de
exploitatie-rekening is daarvoor f 10,per woning en per
jaar uitgetrokken.
Wat het betoog van den heer Van Veen betreft, zegt
Spr., dat diens handelwijze veel lijkt op het voeren van reactie.
De heer Van Veen komt steeds met dezelfde bezwaren,
die Spr. al meermalen weerlegd heeft. Hij zal dan ook op
dit punt niet meer met den heer Van Veen in debat tre
den, te meer daar de Raad ook reeds bij vorige gelegen-