15 SEPTEMBER 1930. 549 „weigerachtig gebleven deze personen de woning te doen „ontruimen. „Wij hebben de eer U in overweging te geven te besluiten „dat tegen dezen nalatigen huurder eene rechtsvordering „zal worden ingesteld tot ontbinding der huurovereenkomst „met ontruiming der woning en schadeloosstelling, zulks „overeenkomstig het hierbijgaande rechtskundig advies van „den advocaat Mr. F. E. Pels Rij eken." De heer COHEN deelt mede, dat hij de zaak zelf onder zocht heeft, omdat hij piet alleen op het prae-advies van Burgemeester en Wethouders wilde afgaan. Daarbij is hem gebleken, dat de man begin September maar een huurschuld had van 7 weken. Dit had ook in het prae-advies moeten staan, want nu wekt dit, door te spreken van een huurschuld van f 18,op 12 Juni j.l., den schijn alsof die schuld sinds dien steeds is opgeloopen. Op de huurkaart, welke Spr. met eigen oogen heeft gezien, zijn 29 weken geknipt, waaruit blijkt, dat over die weken huur betaald is. Over o t jaar blijven dus nog 23 weken te betalen; trekt men daarvan af de maag den September, November en December, dan komt men tot een huurschuld van 7 weken op 1 September. Voor de reden hiervan is volgens Spr. wel iets te zeggen. De VOORZITTER: Bedoelt U dat er voldoende reden was om huurschuld .te maken? De heer COHEN: Zeker; als men onbemiddeld is, kan men nu eenmaal niet betalen. De man, die twee kinderen, respectievelijk van 3 en 6 jaar, te zijnen laste heeft, is ge durende H/2 jaar telkens werkloos. Bovendien heeft hij in den afgeloopen winter 13 weken in het St. Ignatius-Ziekenhuis gelegen. Hij woont nu reeds 2x/2 jaar in de woning aan de Sluisstraat en had begin September 7 weken huurschuld, waarvan hij intusschen al twee weken heeft afbetaald.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 549